Staatssecretaris Weekers van Financiën ontkent de in Kamervragen geschetste onduidelijkheid over btw-heffing bij zelfstandigen in de zorg. In zijn algemeenheid verrichten verpleegkundigen die door een ziekenhuis worden ‘ingehuurd’ niet zelfstandig gezondheidskundige diensten, maar doen dit onder leiding en toezicht van een arts. Dit betekent dat verpleegkundigen die als zzp’er werkzaam zijn in een ziekenhuis, btw-plichtig zijn voor de door hen verrichte diensten. Derhalve is de medische vrijstelling niet van toepassing.
Aanleiding voor de Kamervragen was het artikel‘ Ondernemers laken controle door fiscus op btw in de zorg’ in het Financieel Dagblad van 30 januari 2013 waarin het de fiscus verweten werd flexwerkers in de zorg niet aan te pakken om te zorgen dat zij op correcte wijze btw doorberekenen. Volgens de staatssecretaris is hier geen sprake van, aangezien hij het als algemeen bekend beschouwd dat het uitlenen van verpleegkundigen door uitzendbureaus belast is met btw. Het achterwege laten van btw bij zelfstandige verpleegkundigen is wettelijk niet toegestaan en leidt tot oneerlijke concurrentie met uitzendbureaus. De staatssecretaris ziet het artikel echter wel als een signaal dat er mogelijk nog wat te verbeteren valt in de informatievoorziening van de Belastingdienst over de toepassing van deze regelgeving.
Uitzendbureaus
De dienstverlening is vergelijkbaar met die van medische uitzendbureaus, die Wet BIG-beroepsbeoefenaren ter beschikking stellen. De staatssecretaris merkt op dat de belastingdienst bekend is met de rechtspraak en verwijst naar de beslissing van Hof Amsterdam dat de btw-vrijstelling niet van toepassing is bij prestaties verricht door een verpleegkundigenmaatschap aan ziekenhuizen, aangezien zij in concurrentie treden met uitzendbureaus: de prestatie (het ter beschikking stellen van arbeid) is in wezen gelijk en ook de Hoge Raad besliste in het geval van een medisch uitzendbureau dat de btw-vrijstelling niet van toepassing is. Hetzelfde geldt ook voor de diensten van BIG-geregistreerde zzp’ers/zorgverleners die hun arbeid, al dan niet door middel van bemiddelingsbureaus, aan ziekenhuizen ter beschikking stellen.
Medische vrijstelling
In artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1° van de Wet op de omzetbelasting is een vrijstelling opgenomen [de zgn medische vrijstelling] voor de gezondheidskundige verzorging van de mens door beoefenaren van een beroep waarvoor regels zijn gesteld in de Wet BIG. De vrijstelling geldt alleen als [1] de beroepsbeoefenaar zelfstandig een gezondheidskundige dienst verricht, [2] een Wet BIG-opleiding heeft afgerond en [3] de verrichte dienst behoort tot het deskundigheidsbereik van die beroepsbeoefenaar. Of in een concrete situatie sprake is van het zelfstandig verrichten van een gezondheidskundige dienst, moet worden beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden van het geval. Van het zelfstandig verrichten van een gezondheidskundige dienst is geen sprake als de betrokken beroepsbeoefenaar onder leiding en toezicht van een opdrachtgever (bijvoorbeeld een arts) werkzaamheden uitvoert. In dat geval stelt de Wet BIG-beroepsbeoefenaar zijn of haar diensten (arbeid) ter beschikking en is sprake van een met btw-belaste prestatie, ook al wordt gezondheidskundige arbeid verricht. In zijn algemeenheid verrichten verpleegkundigen die door een ziekenhuis worden “ingehuurd” niet zelfstandig gezondheidskundige diensten.
Meer informatie:
Beantwoording Kamervragen over btw-heffing bij zelfstandigen in de zorg, 4 april 2013, nummer 2013ZO1927
HR 7 december 1994, nr. 29.571, LJN AA2991
Hof Amsterdam, LJNBZ0905, 11/00832. 07-02-2013
Rechtbank Breda heeft anders beslist op 6 maart 2013. Tegen deze uitspraak zal hoger beroep worden ingesteld.