De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit is gebaseerd op de delegatiebepaling van artikel 19b, negende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964. Dit besluit bevat de voorwaarden voor het verminderen van pensioenen in eigen beheer zonder dat sprake is van een prijsgeven als bedoeld artikel 19, eerste lid, onderdeel c, van deze wet.
1. Inleiding
Het prijsgeven van pensioenaanspraken kan fiscale gevolgen hebben. Betreft het een pensioenaanspraak bij een zogenoemd eigenbeheerlichaam, dan heeft het prijsgeven alleen geen gevolgen voor zover sprake is van niet voor verwezenlijking vatbare rechten (zie artikel 19b, eerste lid, onderdeel c, van de Wet LB). Aanspraken zijn niet voor verwezenlijking vatbaar als er dwingende maatschappelijke redenen zijn om af te zien van de aanspraken. Dit kan het geval zijn bij faillissement, surseance van betaling of schuldsanering.
Met ingang van 1 januari 2013 is aan artikel 19b Wet LB een negende lid toegevoegd. Hierin is een uitzondering opgenomen op het eerste lid, onderdeel c, voor de situatie dat de vermogenspositie van het eigenbeheerlichaam op het moment van pensioeningang (de pensioeningangsdatum) ontoereikend is om de aangegane pensioenverplichtingen na te komen. In die situatie is eenmalig een vermindering van de door het eigenbeheerlichaam verzekerde pensioenaanspraken mogelijk zonder dat de sanctie van het eerste lid optreedt. De vermindering van pensioenaanspraken kan plaatsvinden in door de minister van Financiën aangewezen gevallen, als blijkt dat is voldaan aan de door de minister te stellen voorwaarden. Met ‘blijkt’ wordt bedoeld dat de belanghebbende dit overtuigend aantoont. Dit besluit bevat de uitwerking van de in artikel 19b, negende lid, van de Wet LB, opgenomen regeling.
Voor meer informatie: Staatscourant 2013 nr 8018, 28 maart 2013