Voorwaarden voor onbelaste eenmalige vermindering pensioen DGA

Het prijsgeven van pensioenaanspraken kan fiscale gevolgen hebben. Betreft het een pensioenaanspraak bij een zogenoemd eigenbeheerlichaam, dan heeft het prijsgeven alleen geen gevolgen voor zover sprake is van niet voor verwezenlijking vatbare rechten. Vanaf 1 januari 2013 is het mogelijk het pensioen eenmalig onbelast af te waarderen. De voorwaarden waaronder dit is toegestaan

In het besluit BLKB2013/27 zijn de voorwaarden bekendgemaakt waaronder een eenmalige korting op het pensioen van de directeur-grootaandeelhouder wegens onderdekking is toegestaan zonder dat hier fiscaal over afgerekend moet worden.

Eenmalige vermindering

Het prijsgeven van pensioenaanspraken kan fiscale gevolgen hebben. Betreft het een pensioenaanspraak bij een zogenoemd eigenbeheerlichaam, dan heeft het prijsgeven alleen geen gevolgen voor zover sprake is van niet voor verwezenlijking vatbare rechten (zie artikel 19b, eerste lid, onderdeel c, van de Wet LB). Aanspraken zijn niet voor verwezenlijking vatbaar als er dwingende maatschappelijke redenen zijn om af te zien van de aanspraken. Dit kan het geval zijn bij faillissement, surseance van betaling of schuldsanering.

Met ingang van 1 januari 2013 is aan artikel 19b Wet LB een negende lid toegevoegd. Hierin is een uitzondering opgenomen op het eerste lid, onderdeel c, voor de situatie dat de vermogenspositie van het eigenbeheerlichaam op het moment van pensioeningang (de pensioeningangsdatum) ontoereikend is om de aangegane pensioenverplichtingen na te komen. In die situatie is eenmalig een vermindering van de door het eigenbeheerlichaam verzekerde pensioenaanspraken mogelijk zonder dat de sanctie van het eerste lid optreedt. De vermindering van pensioenaanspraken kan plaatsvinden in door de minister van Financiën aangewezen gevallen, als blijkt dat is voldaan aan de door de minister te stellen voorwaarden. Met ‘blijkt’ wordt bedoeld dat de belanghebbende dit overtuigend aantoont.

Zie verder het besluit voor de uitwerking van de in artikel 19b, negende lid, van de Wet LB, opgenomen regeling.

DGA pensioen in eigen beheer

De DGA kan zijn pensioen opbouwen in zijn eigen holding of in een apart daartoe opgerichte pensioen bv. Een belangrijk voordeel van zo’n pensioen bv is dat de bv tijdens de opbouw van het pensioen premie-aftrek geniet, terwijl de DGA pas belasting hoeft te betalen wanneer hij de uitkeringen ontvangt. Aan de andere kant blijft het pensioengeld wel in de risicosfeer van de bv. Ook zal de fiscus over de pensioenuitkeringen willen heffen, terwijl de bv daartoe eigenlijk niet in staat is. Daarnaast is een pensioenverplichting in de holding bv niet aantrekkelijk bij verkoop van de aandelen van de holding.  Voor de koper is dit immers een verplichting en een extra kostenpost.

Dekkingsgraad

Pensioen bv’s die van deze regeling gebruik willen maken moeten rekening houden met een aantal voorwaarden. Zo moet de dekkingsgraad op de pensioendatum minder dan 75% bedragen. Met dekkingsgraad wordt bedoeld de mate waarin de pensioenverplichtingen worden gedekt door de bezittingen van de bv. Daarbij wordt gekeken naar de waarde in het economische verkeer van de activa, tegenover de fiscale waarde van de pensioenverplichting(en) en de waarde in het economische verkeer van de overige passiva. De onderdekking moet bovendien zijn veroorzaakt door (reële) ondernemingsverliezen en/of beleggingsverliezen in de zeven kalenderjaren voorafgaande aan de pensioeningangsdatum. Hierbij valt er te denken aan (formele) uitdelingen en terugbetalingen van aandelenkapitaal die niet zijn gecorrigeerd op de aangegeven wijze.

De staatssecretaris geeft het volgende voorbeeld

Stel een dga heeft een toegezegd pensioen van € 60.000 per jaar. De bv heeft activa van

€ 500.000 en passiva bestaande uit de pensioenverplichting met een fiscale waarde van

€ 750.000 en overige crediteuren van € 50.000. De dekkingsgraad is dan 62,5% (500.000/800.000 x 100%). In beginsel is een eenmalige vermindering van de pensioenaanspraken mogelijk van 37,5% van € 60.000 (€ 22.500). Het aangepaste pensioen bedraagt dan € 37.500.

Melding en kwalificatie van vermindering

Het door de vermindering van de pensioenaanspraken vrijgevallen deel van de fiscale pensioenverplichting(en) moet worden gerekend tot de belastbare winst van de verzekeraar voor de vennootschapsbelasting of een daarmee vergelijkbare buitenlandse heffing. Dit deel mag niet worden aangemerkt als informele kapitaalstorting of kwijtscheldingswinst of worden gerekend tot de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting. De pensioen bv moet bovendien melding doen van de vermindering in zijn aangifte.

Vermindering op alle pensioenregelingen

Alle bij de pensioen bv uit te voeren pensioenregelingen die samenhangen met de aanspraken waarop de vermindering plaatsvindt moeten met hetzelfde percentage worden verminderd. Dus als een aanspraak op ouderdomspensioen wordt verminderd, moet ook het (bijzonder) partnerpensioen voor de (ex-)partner in gelijke mate worden verminderd.

Schriftelijke akkoordverklaring

De werkgever, het bestuur van de pensioen bv, de bij de pensioen bv betrokken aanmerkelijkbelanghouder(s) en alle pensioengerechtigden moeten akkoord gaan met de vermindering van de pensioenaanspraken. Dit moet schriftelijk worden vastgelegd.

Verzoek vooraf indienen

De vermindering mag pas plaatsvinden als aan alle hierboven genoemde voorwaarden is voldaan en alle betrokkenen vooraf een verzoek hiervoor hebben ingediend bij de inspecteur. Bij dit verzoek moeten uiteraard gegevens worden bijgesloten waaruit blijkt dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Denk hierbij aan een opgave en berekening van de op pensioeningangsdatum opgebouwde pensioenaanspraken, de relevante pensioenovereenkomst(en) en de berekening van de voorgenomen vermindering van de pensioenaanspraken. De inspecteur kan zo nodig om aanvullende gegevens vragen.

Meer informatie:

artikel 19b, negende lid, van de Wet op de loonbelasting

Staatscourant, 28 maart 2013, nr. BLKB 2013/27M